BLOG / Zindelijkheidstraining
Eén dochter zit op het potje, de ander op het toilet. “Mamaaa, mijn hand is vies!!!” roept de meest hygiënische dochter ontzet, terwijl ik haar zus net probeer te weerhouden van een graai in de wc.
Bij onze zoon misten we het moment waarop hij open stond voor zindelijkheidstraining, omdat we druk waren met de achtbaan genaamd ‘tweeling’ en geen hersenruimte hadden voor extra opvoedzaken. Het gevolg was, dat we hem vlak voor de kleuterschool nog ‘even’ zindelijk moesten krijgen, terwijl zoon nét had besloten dat in luiers blijven kakken en plassen eigenlijk helemaal prima was.
Dat gaat ons niet nog een keer overkomen, zeiden we tegen elkaar, en daarom willen we de overduidelijke potjes-interesse van onze tweejarige dames nu wél meteen benutten. Luiers uit, onderbroeken aan: let’s go. Ook wordt de stickerspaarkaart weer uit een la gevist, die nog over is omdat broer er niet gevoelig voor was; die kregen we, kookfreak als hij is, pas enthousiast toen hij ingrediënten voor taart en pizza kon sparen met wc-bezoeken. Ineens plaste hij met gemak meel, eieren, boter en suiker bij elkaar.
Nog geen kwartier nadat de spaarkaarten zijn opgehangen, blijken de dames tegelijk op een grote boodschap te broeden. Het tweede potje staat natuurlijk nog boven op de badkamer, dus moet ik snel iets anders verzinnen. Dan maar één op de pot en één op de wc. Op weg naar de wc heeft er al wat substantie een lichaam verlaten en vier peuterhandjes wapperen allerlei onduidelijke kanten op. Ondertussen volgt kleuterzoon de ontwikkelingen als een ware verslaggever. “Mam, er is overal poep! Op de grond, op hun handen! En jij rent heen en weer! Snel, sneller! Veeg ze af, houd ze tegen!”
Na deze min of meer geslaagde poeperij is het tijd voor de beloofde stickers. Maar eerst moet ik ook nog even naar het toilet. Als ik weer in de woonkamer arriveer, hebben de dames zelf al stickers geplakt, iets meer dan de bedoeling was. Zoon, zelfbenoemd projectleider Stickers Plakken, fronst geïrriteerd zijn wenkbrauwen. “Ja, nee, dit klopt dus niet, je mag maar één sticker per keer! Dit zijn veel te veel stickers! Dit klopt niet!!!!” Ik beaam zijn constatering, maar krijg de stickers er niet meer goed af, dus laat ze maar even zitten.
Na de volgende plasronde is chef Stickers Plakken de eerdere fouten echter nog niet vergeten. “Nee nee, nu mogen ze dus niks meer plakken, mam, want ze hebben al voor twee keer vooruit geplakt…” Ondertussen deelt zijn projectmedewerker Stickers Plakken, zelf tevens deelnemer aan de zindelijkheidstraining en net zo rigide als broer, de lakens uit richting haar zus. “Zo, DEZE sticker wil jij, jij wil een uil…” preekt ze, terwijl ze de dierensticker voor het gemak meteen ook even namens haar zus plakt.
Het zal de betreffende zus, die de vrijzinnigheid heeft uitgevonden, een worst wezen; ze vindt al die stickerhectiek zwaar overtrokken. “Oeh!” giechelt ze, terwijl de plas langs haar benen loopt. “NEEEEEEEEEEEE!!!!” roepen projectleider en projectmedewerker Stickers Plakken geschrokken samen uit. “Dat is GEEN sticker voor jou!”
Inmiddels zijn we enige tijd verder en heeft projectmedewerker Stickers Plakken zichzelf gepromoveerd tot medeprojectleider. Als je haar even kwijt bent, zit ze volledig uitgekleed (‘alleen je broek uit!’ beklijft nog niet helemaal) op de wc, met het stickervel klaar in haar hand, waarna ze er eigenhandig af klimt, zich weer half aankleedt en resoluut haar sticker plakt, terwijl broer goedkeurend toekijkt.
En de vrijzinnige zus? Die doet zo nu en dan braaf een plasje, maar plakt vooral graag de stickers in een rijtje op haar been of op een stoel, terwijl ze ruikt naar een net bemest boerenveld, maar ontkent dat ze een poepluier heeft. Misschien moeten we tegen haar, zoetekauw pur sang, ook eens over ingrediënten voor een taart beginnen.