BLOG / Veranderd
“Ik ben niet veranderd, hoor” zei ik met kleine slaperige oogjes tegen mijn leidinggevende. “Ik heb er gewoon twee kinderen bij, that’s all.” Mijn baas knikte, terwijl hij me bedenkelijk aankeek.
Weer werken na acht maanden tweelingzwangerschapsverlof, inmiddels alweer ruim twee jaar geleden, was een verademing. Na maandenlang eerst broed- en toen zorgmachine zijn, kon ik nu eindelijk weer andere delen van mijn hersenen aanboren, en bovendien eens rustig drie minuten een cappuccino drinken. Ik kon praten met collega’s, over andere zaken dan voedingsmomenten en slaapjes. Ik kon praten met studenten die vastliepen, en samen de rit terug vinden, iets waar ik altijd veel voldoening uit haalde.
Het liefst deed ik mijn werk precies zoals ik dat altijd had gedaan. Ik was niet ‘anders’ doordat ik ineens van één naar drie kinderen was gegaan. Mijn hersens waren niet ‘anders’ omdat ik (weer) moeder was geworden. Tijdens mijn eerste zwangerschap kon je me tijdens een vergadering niet bozer krijgen dan met de opmerking “Heb je het even niet scherp door je zwangerschapsbrein?” Ik was niet ‘anders’ door mijn zwangerschap; de notulen waren gewoon onduidelijk geweest!
Gaandeweg begon me echter te dagen dat er natuurlijk wél wat veranderd was, of misschien zelfs wel een heleboel. Ik was nog steeds ik, maar mijn dagen en nachten zagen er compleet anders uit. Mijn brein en hart hadden er een immense taak bij gekregen: het runnen van een gezin van vijf, inclusief twee baby’s. En die levenstaak moest ik combineren met een baan, chronisch slaaptekort, en ergens nog een poging tot sociaal leven én zelfzorg.
Koortsachtig probeerde ik alles zo goed mogelijk te doen en niet te vergeten. Verjaardagen, gezinslogistiek, een zieke of verdrietige vriendin appen: mijn vermoeide hoofd draaide overuren terwijl ik probeerde te werken. “Oh ja, Bram moet morgen wc-rollen mee voor een knutselproject… het brood is op… vanavond moet ik echt twee wassen draaien… heeft Cato vandaag nou de juiste slaapzak mee? En Niene haar speen, of had ze die thuis nog uit haar tas gehaald?”
’s Nachts schrok ik, wanneer ik even niet wakker werd van een dochter, alsnog paniekerig wakker: “SHIT, IK BEN DE VERJAARDAG VAN VRIENDIN X VERGETEN! Of wacht.. was die nou.. morgen? Gisteren…?!” Mijn hoofd zat continu vol met een grote reeks aan taakjes, en daardoor kon ik niet altijd bij het juiste vakje komen tijdens werk, of op andere momenten. Ik kreeg dan gewoon een soort brain freeze, het systeem zei “Computer says…. ehhh… nothing?”
Het irriteerde me mateloos en ik had een chronisch schuldgevoel naar alles en iedereen. Maar ik begon ook te zien dat andere tropenjarenouders hetzelfde ervoeren. Tijdens een afscheidsborrel zei een collega met jonge kinderen tegen de afscheid nemende collega: “Maarre, is het leuk bij je nieuwe baan in Veenendaal?” Afscheid nemende collega: “Ehh, baan in Ede…” Collega: “OOH! Sorry. Ehh, en ben je deze zomer nog in Libië geweest?” Afscheid nemende collega: “Ehh, bedoel je Libanon..?”
Het was een tekenend moment voor een moederbrein. Dat zo op scherp staat en ontzettend graag betrokken en geïnteresseerd wil blijven, maar soms door de bomen het bos niet meer ziet, tussen alle klokken, klepels, taken en verantwoordelijkheden.
Moraal van dit verhaal? Tropenjarenouders doen meer dan hun best. Ze zijn niet zwak, incompetent of minder geïnteresseerd geworden. Ze zijn een laptop, waarop te veel tabbladen tegelijk open staan, en waar de lader even van kwijt is. Met de jaren zullen er weer tabbladen wegvallen en wordt de lader terug gevonden. En dan zijn ze zeker veranderd: ze weten beter dan ooit wie ze zijn en wat ze te bieden hebben, nodig hebben en aan kunnen.