BLOG / Rijbewijs
Toen ik achttien werd, wilden mijn ouders met liefde eventuele rijlessen financieren. De staat had mij echter net een OV-jaarkaart geschonken, waardoor mijn interesse in dit aanbod nul was.
Mijn vrienden daarentegen stonden al vanaf hun vijftiende ongeduldig te trappelen tot ze oud genoeg waren om een cursus te volgen. Ze hadden de taart voor hun achttiende verjaardag nog niet weggewerkt, of ze sprongen dolenthousiast in een lesauto. Ik begreep alle commotie niet en wapperde vrolijk met mijn OV. Kijk nou jongens, die trein brengt ons overal, helemaal gratis, en je hoeft niet eens zelf te sturen!
In de jaren daarna werd me regelmatig gevraagd of ik mijn roze papiertje niet alsnog wilde halen. Alleen de kleur wekte mijn interesse, de rest niet. Wel kreeg ik een vriend met een auto en dat bleek stiekem behoorlijk handig te zijn, bijvoorbeeld als het keihard regende en ik te laat ging komen op mijn werk. Ik sprong onopgemaakt en hongerig de auto in, waarna ik op de bijrijderstoel ontspannen aan een ontbijtje en mijn make-up begon. “Handig hè, die persoonlijke chauffeur…!” beet mijn eega me vervolgens liefjes toe als hij me afzette.
Dat ik niets wil horen over lessen, maar wel dankbaar gebruik maak van de rijvaardigheden van mijn man, is een vaste troef tijdens familiebijeenkomsten. Wanneer ik een te grote mond heb of mijn beklag doe over een gedraging van A., word ik smalend aangekeken. “Zeg, hoe is het eigenlijk met je rijbewijs?” De persoon in kwestie denkt mij hiermee op de kast te hebben, maar in werkelijkheid wordt er met moeite een krocht van mijn hersenen geopend. Ooooooooh ja, dat rijbewijs, daar moest ik geloof ik nog eens iets mee. Ik denk er nooit aan, totdat de omgeving me er aan herinnert.
Daar is vast een of andere diepgravende psychologische verklaring voor, dat ik het fenomeen pertinent verdoof. Het zal in ieder geval niet helpen dat autorijden werkelijk ALLES vereist wat de natuur mij niet schonk. Zoals praktische vaardigheden, motorische ontwikkeling en een talent voor navigatie. Zelfs mijn fiets-verkeersexamen op de basisschool haalde ik bijna niet, nadat ik midden op een kruispunt stil stond om me eens te bezinnen op de route.
Eén keer waagde ik me aan een auto-proefles en dat vond ik eigenlijk best leuk, omdat het was alsof ik een botsautootje bestuurde. Mijn manier van afremmen en optrekken bezorgde de instructeur lichte nekklachten en toen ik na zeventien keer uitleggen nog niet begreep hoe je een stuur over pakte, keek hij me vermoeid maar bemoedigend aan. “Corneliene, iek viend jou héél gesjellieg, maar iek denk wel dat jai vaifenveertieg lessen nodig hiebt.”
Ondanks dit vooruitzicht vind ik dat ik er nu eindelijk eens aan moet geloven. Mijn man kan zijn geluk niet op, want hij smacht al jarenlang naar de dag waarop ik hém in beschonken toestand naar huis kan vervoeren. Maar nu het moment daar is, slaat bij hem ook ineens de koudwatervrees toe. “Ik hoop altijd wel dat zo’n instructeur het óók zou aangeven als rijden gewoon écht niet voor je is weggelegd”, spreekt hij zijn vertrouwen uit. Hopelijk heeft die docent daar geen vijfenveertig lessen voor nodig.
Bron afbeelding: www.compfight.com