BLOG / Concert

Al vijftien keer besloot ik dat ik niet meer naar massale concerten ging, maar ja, voor John Mayer liet ik mijn liefde voor medemensen toch weer een avondje flink aantasten.

De concertkaartjes kochten we met z’n achten, maar dit groepsverband bleek slechts voorbehouden aan de ‘Natte John Lovers’-Whatsappgroep: bij aankomst in Amsterdam vloog iedereen direct een andere kant op. Of nou ja, eigenlijk splitsten we ons uit in twee categorieën: de militaire strategen volgden een geolied protocol om zo snel mogelijk vooraan te komen, en de dromerige gezelligheidsdieren hobbelden daar verdwaasd achteraan.

Zodoende eindigden de strategen vlakbij het podium, terwijl de gezelligheidsdieren ergens in het midden van de zaal terecht kwamen. Op één gezelligheidsdier na. Hij was door zijn strategische vriendin vroegtijdig naar de concertlocatie gelokt met een belofte over lekker drinken en dineren. Nietsvermoedend hobbelde hij achter haar aan naar de concertzaal. Toen hij eenmaal met een lege maag vooraan stond, mocht hij tot zijn grote frustratie geen stap meer verzetten. Zijn strategische eega had hem waar ze hem hebben wilde: heel dicht bij John.

Ik stond in het midden en vond het prima. We zagen het podium goed en er was genoeg ruimte om ons heen om nog even een biertje te halen. Teruggekomen van de bar was de situatie echter veranderd, want ons groepje werd ineens omringd door een opdringerige mensenmassa. We wurmden ons langs de fans naar de andere gezelligheidsdieren. Nog maar honderdtwintig minuten onbeweeglijk en verdrukt hier staan, tot het concert begon.

Tweeënhalf uur later wreven we bemoedigend over onze vermoeide ruggen, toen John eindelijk ‘Heartbreak Warfare’ inzette. Dat klonk als een klok, en dat moesten de twee jongens voor mij dan ook elke zeven seconden tegen elkaar zeggen, waardoor mijn zicht bestond uit afwisselend John-twee hoofden-John-twee hoofden-John. Bovendien kon er geen minuut ongefilmd blijven, want stel je voor dat je het concert alleen maar in het moment zelf zou meemaken! Hierdoor keek ik het overige deel van de avond naar de combinatie John-twee hoofden-iPhonescherm-John-twee hoofden-iPhonescherm. Ik werd er duizelig van.

Maar de iPhones waren niet alleen actief tijdens de liedjes. Nee, zodra meneer Mayer een willekeurig slotakkoord inzette, lichtten tientallen schermen opnieuw op, want nu moesten vliegensvlug álle vrienden en vriendinnen worden bijgepraat op Snapchat en Whatsapp. Waarna het apparaat bij het eerstvolgende intro onmiddellijk weer de lucht in ging, om ook van deze zes akkoorden een video-opname te maken. Ondertussen begonnen de oksels van de opgeheven iPhone-armen steeds minder fris te ruiken, en werden ook de darmen vrijelijk gelucht.

Viereneenhalf uur later was mijn onderrug gebroken en wilde ik een rituele moord plegen voor wat ruimte en verse zuurstof. John speelde zijn laatste nummer en de mensenmassa haastte zich naar de uitgang. Een van mijn mede-gezelligheidsdieren begon hysterisch rond te springen, overrompeld door zoveel plotselinge bewegingsruimte. Wat een hel. Wat een geweldig optreden. Dit nooit meer, maar vermoedelijk staan we er volgende keer weer.